De Nederlandse Sportraad heeft op 15 maart weer een adviesrapport uitgebracht, ditmaal onder de titel ‘De opstelling aan de top’, met als ondertitel ‘Advies over een toekomstbestendige organisatie en financiering van topsport’.  Een goed leesbaar rapport over een onderwerp dat terecht een maatschappelijke en politieke discussie waard is. De vraag is alleen of het iets gaat opleveren. Wij wagen het te betwijfelen.

Om te beginnen is de Nederlandse Sportraad niet echt sterk gepositioneerd. In tegenstelling tot bijvoorbeeld een Ondernemingsraad bij bedrijven is er naar ons beste weten geen enkele wettelijke verankering van deze raad, waardoor de adviesraad weinig of niets kan afdwingen. De activiteiten gaan niet  veel verder dan rapporten schrijven en die met de nodige publiciteit aan de minister overhandigen en verder via de media en het organiseren van webinars proberen het advies onder de aandacht van een groter publiek te brengen. Het woord ‘adviesraad’ is dan een term die meer invloed doet vermoeden dan er daadwerkelijk is. Risk en Sport sluit zich aan bij de woorden van Toon Gerbrands in de maarteditie van het magazine Sport&Strategie, waarin hij zegt: “Het is allemaal niet dwingend genoeg”.

Op de tweede plaats heeft het onderwerp ‘Organisatie en financiering van de topsport’ niet echt topprioriteit in de politiek. In de partijprogramma’s bij de recente Tweede Kamerverkiezingen had sport al geen prominente plaats, laat staan topsport. Wanneer je als regering al moeite hebt om de rijksbegroting rond te krijgen en er ook nog geadviseerd wordt rekening te houden met bezuinigingen van zo’n € 17 miljard, is investeren in topsport niet het eerste wat bovenaan de lijst van uit te voeren acties staat. Hoewel we sportliefhebbers zijn en genieten van topprestaties van Nederlandse sporters, kunnen we ons dat goed voorstellen. Het zijn ook middelen die ten goede komen aan een zeer select deel van de bevolking, met soms ook grootverdieners. Dat helpt ook niet. De bewijskracht van de argumentatie dat topsport zoveel maatschappelijk toegevoegde waarde oplevert, is tot nu toe in (wetenschappelijke) studies niet echt overtuigend. Aansprekende prestaties in een bepaalde tak van sport leiden hoogstens op korte termijn tot een groei in ledenaantallen bij de betreffende sportbond, op langere termijn niet. Ook is niet aantoonbaar gebleken dat er een merkbare invloed is op meer sporten en bewegen en, mede daardoor, een gezondere samenleving.

Ons advies aan de sportwereld: denk nog eens goed na hoe u uw lobbywerk richting de politiek handen en voeten wilt geven!