De Nederlandse Sportraad (NL sportraad) pleit ervoor  om in Nederland tot een sportwet te komen. Deze concrete aanbeveling komt voort uit het advies ‘De opstelling op het speelveld’ en vloeit voort uit de ambitie om te komen tot meer sportende mensen, op alle niveaus, in en buiten verenigingsverband. Zo kan immers gezondheidswinst worden behaald, waardoor ook de zorg wordt ontlast en de kosten beheersbaar blijven. De sportwet zou dan het karakter van een stelselwet moeten hebben.  Een en ander is uitgewerkt in het addendum ‘De Opstelling op het Speelveld’. Helaas gaat dit addendum niet uitgebreid in op de alternatieven voor een sportwet. Een aantal alternatieven wordt even kort genoemd en snel afgedaan als ‘te vrijblijvend’ en ‘niet duurzaam’.

Wij vinden dat jammer, want wetgeving is ook niet de ‘heilige graal’. Om terug te keren naar het ontstaan van samenlevingen: in de eerste samenlevingsvormen waren wetten (nog) niet aan de orde. Die ontstonden omdat mensen niet altijd parallel lopende belangen hadden, sterker nog: belangen van individuen en groepen begonnen te conflicteren. Zo werden samenlevingsvormen complexer en nam de sociale controle af. Wetten ontstaan dan om iets af te dwingen, wat niet meer op basis van intrinsieke motivatie en/of sociale cohesie geregeld kan worden. Een wet is dus eigenlijk een noodzakelijk kwaad, zolang iets niet op basis van bijvoorbeeld zelfregulering kan worden geregeld.

Blijkbaar heeft de sportwereld niet de kracht om gezamenlijk tot een eensluidend standpunt en daarbij behorende acties te komen en moet er daarom maar een wet komen. Niet erg overtuigend. De overheid moet het maar afdwingen, zelf (als sportwereld) komen we er niet uit, dat is de conclusie die zich opdringt.  Een goed gezamenlijk manifest van de sportwereld,  uitgewerkt in een goed convenant, had sterker overgekomen. Voorbeelden zijn de verschillende convenanten die binnen een tiental verschillende bedrijfssectoren zijn opgesteld op het terrein van  Internationaal  Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO). Blijkbaar zijn sportbonden niet met elkaar in staat om de aanbeveling van de NL Sportraad (om van de sport  een publieke voorziening te maken, en dus voor iedereen beschikbaar) samen in te vullen door middel van een intentieverklaring en daadwerkelijke actie. Onmacht wordt dan vertaald in: overheid los het maar op!