Op zich is het weinig schokkend om te constateren dat de wereld in verandering is. Dat is continu het geval. Soms gaan ontwikkelingen wat sneller en zijn ze wat heftiger, maar zoals wel gezegd wordt: verandering is de enige constante. Het lijkt echter wel of er de laatste tijd wel heel veel zaken aan de hand zijn, die vragen om herbezinning van allerlei instituties op hun normen en waarden en op hun strategische positie. Het gaat hier om veranderende arbeidsrelaties (een belangrijke impact van het COVID-19 virus), de constatering dat racisme toch dieper geworteld is onze maatschappij dan we misschien wel dachten en – wat al wal langer speelt – de klimaatverandering en de voortgaande digitalisering van de maatschappij. Veel bedrijven hebben, om dit soort ontwikkelingen en risico’s in kaart te brengen en daarop beleid te formuleren, een beleid Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO-beleid). Een dergelijk beleid kent drie pijlers, soms aangeduid met de drie P’s (People, Planet, Profit) en soms met ESG (Environmental, Social and Governance).
In de sportwereld lijken een apart MVO-beleid en daarop gerichte risico-analyse nog niet algemeen ingang te hebben gevonden. Natuurlijk wordt er op onderdelen de nodige aandacht aan besteed. Zo zie je investeren in duurzame energie-oplossingen veel terugkomen. Maar hebben veel sportorganisaties een diversiteitsbeleid, dat ook nog uitgevoerd wordt? Zijn de reacties op de recente anti-racisme demonstraties en op racistische uitingen op voetbalvelden, zoals naar aanleiding van FC Den Bosch-Excelsior, vanuit de sportwereld gebaseerd op bestaand beleid of was het meer: het is erger en meer diepgeworteld dan we dachten, we moeten er (nu echt) iets aan gaan doen?